ALGEMEEN:
Nederlandse naam: boswilg - waterwilg - katjeswilg
Latijnse naam: Salix caprea
Volwassen hoogte: 6 - 8m
Volwassen breedte: 3 - 4m
Standplaats: voorkeur voor vochtige tot natte bodems
BLAD:
Kleur: grijsgroen
Herfstverkleuring: geel - bruin
Wintergroen: nee
BLOEI:
Type: katjes
Kleur: geelgroen
Periode: maart - april
VRUCHT:
Type: doosvrucht
Kleur: groen
Eetbaar: nee
Periode: mei - juni
ECOLOGIE:
- de takken kunnen gebruikt worden voor takkenwanden en vlechtwerk
- drachtplant - bijenplant - hommelplant: o.a. hommels, honing-, zand-, zijde- en metselbijen
- waardplant voor rupsen van vlinders: Appeltak, Agaatvlinder, Bonte Beer, Bont Schaapje, Breedbandhuismoeder, Brandvlerkvlinder, Bruine Wapendrager, Donsvlinder, Dromedaris, Elzenuil, Gehakkelde Aurelia, Gepluimde Spanner, Grote Beer, Grote Weerschijnvlinder, Hagedoornvlinder, Halvemaanvlinder, Hermelijnvlinder, Hoornaarvlinder, Huismoeder, Kameeltje, Kleine Wintervlinder, Kromzitter, Meriansborstel, Nunvlinder, Papegaaitje, Pauwoogpijlstaart, Perentak, Peper-en-Zout-vlinder, Piramidevlinder, Plakker, Populierenpijlstaart, Roesje, Rood Weeskind, Satijnvlinder, Schilddrager, Snuitvlinder, Tauvlinder, Tweestreepvoorjaarsuil, Voorjaarskortvleugelmot, Vroege Spanner, Wapendrager, Wilgenhoutvlinder, Wilgengouduil, Wilgenwespvlinder, Witte Grijsbandspanner, Witte Hermelijnvlinder, Witvlakvlinder, Zuringuil en Zwart Weeskind