In de vier gemeentes van de politiezone Puyenbroeck geldt het reglement van de gemeentelijke administratieve sancties (GAS). Lochristi, Moerbeke, Wachtebeke en Zelzate kunnen zo optreden tegen lokale overlast, zonder tussenkomst van het gerecht.
Vóór de invoering van de GAS (in 2010) konden gemeentes lichte overlast enkel laten bestraffen via het gerecht. Dat kampte echter met een administratieve overbelasting. Hierdoor bleef deze zogenaamde kleine criminaliteit vaak zonder gevolg.
Met het reglement van de GAS kunnen gemeentes zelf sneller en efficiënter optreden bij:
- verstoring van de openbare rust en veiligheid
- veiligheidsrisicos (voornamelijk brand en ontploffing) in publiek toegankelijke inrichtingen (horecazaken, jeugdlokalen, dancings)
- veiligheidsrisicos bij de organisatie van publiek toegankelijke evenementen met min. 100 pers. (evenementen in tenten, kermis, beurzen, toneelvoorstellingen, tentoonstellingen…)
- overlast van afval (b.v. sluikstorten, verbranden van afval, …)
- zogenaamde gemengde inbreuken, b.v. slagen en verwondingen, kleine diefstallen, vandalisme en nachtlawaai. Men noemt het gemengde inbreuken omdat ze bestraft kunnen worden met ofwel administratieve ofwel strafrechtelijke sancties.
Voor wie
Alle inwoners van politiezone Puyenbroeck (Lochristi, Moerbeke, Wachtebeke, Zelzate).
Procedure
De politie stelt de overtreding vast en maakt dit over aan de provinciale sanctionerende ambtenaar. Die luistert eerst naar het standpunt van de overtreder en kan een bemiddelingsgesprek voorstellen. De bemiddeling wordt gevoerd door een externe bemiddelaar.
Bij minderjarigen is bemiddeling verplicht. Vóór de bemiddeling voor minderjarigen kan de sanctionerende ambtenaar ook een procedure starten van ouderlijke betrokkenheid. Hierbij kunnen de ouders opmerkingen en opvoedkundige maatregelen voorstellen. Pas als de ouderlijke betrokkenheid en/of de bemiddeling geen resultaat opleveren, kunnen minderjarigen een administratieve sanctie krijgen.
Bedrag
De provinciale sanctionerende ambtenaar kan, na een eventuele bemiddeling, een geldboete opleggen. Hierbij wordt het proportionaliteitsbeginsel gebruikt: hoe zwaarder de overtreding, hoe hoger de boete.
De geldboete bedraagt max. 350 euro; voor minderjarigen vanaf 14 jaar is dit max. 175 euro. In de praktijk krijgen minderjarigen vanaf 14 jaar nooit geldboetes, maar worden alternatieve sancties voorzien zoals ouderlijke betrokkenheid of bemiddeling.
Daarnaast zijn ook de tijdelijke schorsing of intrekking van een vergunning of sluiting van een zaak mogelijk. Die sancties worden opgelegd door het college van burgemeester en schepenen.
Tegen de gemeentelijke administratieve sancties is beroep mogelijk bij de politierechtbank of bij de jeugdrechtbank (voor minderjarigen).
Minderjarigen jonger dan 14 jaar kunnen geen administratieve sancties krijgen. Bij hen maakt de politie altijd een proces-verbaal over aan de jeugdrechtbank.