1. Een barbecue hou je uiteraard buiten. Doe je dit binnen, dan loop je gevaar op CO-vergiftiging.
2. Gebruik nooit methanol, benzine, brandpasta of petroleum als aanmaakmiddel. Die kunnen in combinatie met open vuur een steekvlam veroorzaken. De vlam kan in de fles slaan, zodat die ontploft.
3. Barbecue je met houtskool, gebruik dan bij het aanmaken van de barbecue speciale aanmaakblokjes of vloeistof.
4. Barbecue je met gas, controleer dan de datum op de gasfles en ga regelmatig na of de gasslang geen gaatjes heeft. Die moet om de 5 jaar vervangen worden en hetzelfde geldt voor de drukregelaar. Zorg ook dat de gasfles rechtop staat naast de barbecue.
5. Barbecue je met een elektrisch BBQ, pas dan op voor regen. De combinatie water en elektriciteit zorgt voor kortsluiting. Zet een elektrische barbecue dus ook niet vlakbij een vijver of zwembad.
6. Voor barbecueën moet je je tijd nemen. Reken minstens op een half uur vooraleer de barbecue klaar is voor gebruik.
7. Plaats de barbecue op een vlakke ondergrond, zodat deze niet omver kan worden gelopen.
8. Probeer een windvrije plaats uit te kiezen voor je barbecue. Is dit niet mogelijk, scherm de barbecue af met een windscherm.
9. Pas op met licht ontvlambare kleding in de buurt van de barbecue. Draag bij voorkeur een linnen schort.
10. Voorzie een branddeken of zet een emmer droog zand klaar om indien nodig te blussen. Dek de barbecue na gebruik af met zand.
11. Denk ook aan het milieu:
- veggie of vis of bio-vlees
- kokosbriketten zijn schoner
- houtskool of kokosbriketten met FSC of PEFC-label
